Ga naar de inhoud van deze pagina Ga naar het zoeken Ga naar het menu
Vorige pagina

Beeldvormende vergadering (Kamer 2.03)

Rapport Rekenkamer Soest: Onderzoek woningbouwbeleid

woensdag 5 juni 2024

20:00 - 21:15
Locatie

Kamer 2.03

Voorzitter
Dennis Ter Beek-Suijkerbuijk

Uitzending

Agendapunten

  1. De Rekenkamer Soest heeft onderzoek gedaan naar welke factoren een doeltreffend en doelmatig woningbouwbeleid bepalen.De gemeente Soest wil 1.250 woningen realiseren in de periode van 2022 tot en met 2030 (Woondeal 2023). Uit het onderzoek blijkt dat het aantalwoningen in harde plannen beperkt is, zeker in het betaalbare segment. Hoewel er qua aantallen voldoende plancapaciteit is, is de mate waarin de projecten tot uitvoering worden gebracht bepalend of de woningbouwdoelstellingen worden gehaald.


    Bij de uitvoering van woningbouwplannen zijn er vaak struikelblokken. Denk aan de capaciteit van het elektra- en wegennet en het opvangen van de parkeerdruk. Ook wijst het onderzoek op het risico dat het betrekken van omwonenden de woningbouw vertraagt. De verwachting is dat omwonenden meer/vaker bezwaar gaan maken. Ruimte wordt steeds schaarser en huizen worden dichter op elkaar gebouwd. Ook laten inwoners sneller en luider van zich horen. Participatie leidt vaak tot betere plannen maar remt ook de snelheid en de slagvaardigheid.Wanneer er knelpunten zijn, moeten er keuzes gemaakt worden. Het onderzoek toont aan dat het gemeentelijk beleid voor woningbouw niet genoeg sturing biedt om deze keuzes goed te kunnen maken.


    De Rekenkamer adviseert de gemeente Soest om prioriteit te geven aan het hard maken van woningbouwplannen en om bij cruciale projecten een extra eigen inspanning op het vlak van burgerparticipatie te doen. Concretiseer de woningbouwdoelstellingen en maak een groeipad naar hoe het einddoel behaald kan worden. Stel daarbij een beslisboom op, op het niveau van een gebiedsontwikkeling of project, wanneer ambities naar beneden toe bijgesteld kunnen worden zodat woningbouw toch gerealiseerd kan worden. Daarnaast is het van belang om de risico’s op vertraging/planuitval inzichtelijk te maken. Hierdoor ontstaat een eenduidig toetsingskader om te kunnen monitoren of de gemeente op koers ligt om de woningbouwdoelstellingen te behalen.