Opiniërende Raadsbijeenkomst

De Rekenkamercommissie heeft een onderzoek uitgevoerd naar het fietstimuleringsbeleid van de gemeente Soest.
In de aanbiedingsbrief en het rapport zijn de conclusies en de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie opgenomen. In de bestuurlijke reactie reageert het college van B en W op de aanbevelingen.

Bij deze bespreking heeft de raad de gelegenheid vragen ter verduidelijking te stellen aan het college van B en W, met name over de bestuurlijke reactie van het college in relatie tot de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamercommissie. Daarna hebben de fracties de gelegenheid aan te geven hoe om te gaan met de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamercommissie.

Op basis van deze bespreking zal de griffie een raadsvoorstel voor de raad voorbereiden. De raad dient, overeenkomstig de Verordening op de Rekenkamercommissie, de conclusies van de rapportage vast te stellen. De besluitvorming over de rapportage van de Rekenkamercommissie is voorzien op 7 juli 2021.

De eigenaar van perceel Nieuweweg 2 heeft een verzoek ingediend bij de gemeente om op zijn perceel een extra vrijstaande woning te mogen realiseren. Het college heeft aangegeven in principe medewerking te willen verlenen aan de bouw van één vrijstaande woning naast Nieuweweg 2 in Soest. De locatie van de nieuwe woning heeft nu de bestemming ‘Wonen’ en ‘Tuin’. De bouw van een nieuwe woning is zonder bestemmingsplanprocedure niet toegestaan omdat een bouwvlak ontbreekt.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen, hierop is één reactie van een omwonende ontvangen. Deze leidt niet tot een aanpassing van het bestemmingsplan.

De raad wordt op 7 juli 2021 gevraagd in te stemmen met de Nota van zienswijzen en de naam van het bestemmingsplan te wijzigen in ‘Nieuweweg 2A’ en om het
bestemmingsplan ‘Nieuweweg 2A’ vast te stellen.

In het Verkeersplan Soest-Zuid worden diverse herinrichtingen uitgevoerd. Om deze herinrichtingen mogelijk te maken moet het bestemmingsplan op 4 locaties worden gewijzigd. Hiervoor zijn 4 aparte bestemmingsplannen opgesteld.

Behandeling bestemmingsplannen:
De behandeling van de vier bestemmingplannen vindt tijdens deze Opiniërende Raadsbijeenkomst tegelijk plaats.

Op 7 juli 2021 wordt de raad voorgesteld in te stemmen met de Nota van Zienswijzen bij het Bestemmingsplan Verkeersplan ten aanzien van Station Soest-Zuid. Daarnaast wordt de raad voorgesteld alle vier de bestemmingsplannen vast te stellen.

Bedoeling is om de kruising van de Koningsweg met de Pimpelmees te wijzigen in een rotonde. Deze rotonde zorgt met name voor een verbeterde verkeersveiligheid en een betere doorstroming.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen, hierop zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij dit bestemmingsplan gaat het om het uitbreiden van een P+R (park & ride) parkeerterrein nabij het station.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen, hierop zijn drie zienswijzen ontvangen. De zienswijzen geven geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.

Bij dit bestemmingsplan gaat het om het verbreden van het fietspad ter hoogte van de huisnummers 1-23 (oneven aan de noordkant). Het plangebied vormt een strook met delen van voortuinen.

Het ontwerpbestemmingsplan ‘Verkeersplan Soest Zuid 3 (Ossendamweg)’ heeft ter inzage gelegen, hierop zijn geen zienswijzen ingediend.

Bij dit bestemmingsplan gaat het om het verbreden van de weg ter hoogte van de het tankstation Tinq en om het verleggen van het zuidelijke fietspad bij het kruispunt van de Ossendamweg met de Soesterbergsestraat.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen, hierop zijn geen zienswijzen ingediend.

Behandeling P&C documenten:

Vanwege een gelijktijdige agendering van de drie financiële documenten tijdens deze vergadering start de bespreking met:

Een bijdrage per fractie waarin er duiding wordt gegeven op de documenten als u ze in samenhang beschouwt.

Vervolgens worden de documenten afzonderlijk, zoals gebruikelijk behandeld (met gelegenheid voor het stellen van bestuurlijke vragen aan het college van B en W en het voeren van het debat over het betreffende onderwerp).

De onderlinge gedachtewisseling na de knip verloopt vanuit de controlerende rol bij de jaarstukken naar een vorm van kaderstelling bij de kaderbrief. Daarom wordt u zeker bij de kaderbrief uitgenodigd om met elkaar van gedachten te wisselen/het debat aan te gaan. Wat zijn uw prioriteiten als fractie?

Met de Jaarstukken 2020 legt het college van B en W verantwoording af over de realisatie van de beleidsdoelen en prioriteiten uit de programmabegroting 2020 en de hieraan gerelateerde budgetten. De jaarrekening 2020 sluit met een positief resultaat van ruim  € 1.781.000 waarvan € 1.230.000 voorgesteld wordt te oormerken. Hiermee komt het saldo op € 551.000 positief. Bij de Najaarsnota werd nog een tekort van
€ 900.000 voorzien.

Deze relatief grote voordelige afwijking wordt tot een bedrag van € 1 miljoen veroorzaakt door meevallende uitgaven in het brede sociaal domein, waaronder de uitgaven voor jeugdzorg. Hierbij wordt de kanttekening geplaatst dat deze meevaller moet worden afgezet tegen eerder bij de voorjaarsnota geraamde hogere uitgaven van € 1,6 miljoen. Mede gelet op de bijzondere omstandigheden in het afgelopen jaar, wordt er vanuit gegaan dat deze meevaller incidenteel van aard is.
Op 7 juli 2021 wordt de raad onder andere voorgesteld in te stemmen met de oormerkvoorstellen en om het resterende positieve saldo te storten in de algemene reserve.

Het raadsvoorstel is nog niet beschikbaar, evenals de accountantsverklaring en -rapportage. Zodra deze beschikbaar zijn wordt de raad hierover geïnformeerd en worden deze stukken bij de vergaderstukken geplaatst.

De impact van de coronacrisis heeft het college van B en W ertoe gebracht om net als vorig jaar te kiezen voor een kaderbrief in plaats van een kadernota. Ook is er vanwege de samenhang tussen de voorjaarsnota en de kaderbrief voor gekozen één document aan te bieden. In de kaderbrief 2022 komen 3 sporen terug:

• Werken aan een doorstart na corona
• Verder werken aan de speerpunten uit het coalitieakkoord
• Verder werken om de basis op orde te brengen

In de voorjaarsnota 2021 is een voorstel opgenomen om een budget van € 800.000 te voteren voor een taskforce woningbouw en wordt ingegaan op de coronamaatregelen die voor de korte termijn genomen worden en hoe de ontvangen middelen van het Rijk ingezet worden. Uit het financieel meerjarenperspectief blijkt dat het lopende jaar 2021 een tekort vertoont van ruim € 1 miljoen en de jaren vanaf 2022 overschotten, oplopend tot ruim € 1,5 miljoen in 2025. In dit meerjarenperspectief is de meicirculaire 2021 niet verwerkt. Ook de aangekondigde extra middelen voor de jeugdzorg voor 2021 en 2022 zijn nog niet meegenomen, evenals de mogelijk nadelige consequenties voortvloeiend uit de herijking van het Gemeentefonds.

Voor een duiding van de financiële positie is naast het budgettaire kader ook de vermogenspositie van belang en met name het vrij aanwendbare deel daarvan. Uit de vermogenspositie blijkt dat de vrije reserveomvang voldoende is om het nu gepresenteerde begrotingstekort over 2021 te dekken. Gelet echter op de (nog niet in de begroting verwerkte) extra middelen voor de jeugdzorg die het Rijk in het vooruitzicht heeft gesteld, wordt er vanuit gegaan dat het tekort zich in werkelijkheid niet en zeker niet in deze omvang zal voordoen.
Op 7 juli 2021 wordt de raad gevraagd om in te stemmen met de algemene en financiële uitgangspunten voor de begroting 2022-2025 zoals verwoord in paragraaf 1.6, in te stemmen met de omkaderde richtinggevende uitspraken in de paragrafen 1.2 t/m 1.6 en om in te stemmen met de in de voorjaarsnota 2021 genoemde financiële (meerjarige) wijzigingsvoorstellen voor de jaarschijf 2021 en de jaarschijven 2022-2024, de financiële wijzigingsvoorstellen voor kredieten en de financiële wijzigingsvoorstellen van technische aard.

Tijdens deze Opiniërende bespreking wordt de raad gevraagd de gevoelens uit te spreken ten aanzien van de omkaderde richtinggevende uitspraken in de paragrafen. De uitspraken in de kaders zijn als volgt:

Kader 1: Het college stelt dat ‘investeren in wonen’ (ook) een belangrijk vliegwiel is om sterker uit de coronacrisis te komen. Kan uw raad deze stelling onderschrijven?

Kader 2: Het college stelt voor om nu geen extra middelen te voteren voor de Omgevingswet en de energietransitie totdat er meer zicht is op de door het Rijk te verstrekken compensatie. Kunt u dit voorstel onderschrijven? Het college zal de raad informeren over de compensatie die de gemeente Soest ontvangt voor de jeugdzorg en met een voorstel komen voor de verwerking in onze begroting. Kunt u zich daarin vinden?

Kader 3: Het college stelt voor een taskforce in te stellen met een brede opdracht. Kunt u dit initiatief onderschrijven? Hoe staat u tegenover de door het college geschetste optie van deregulering? Kan dit naar uw oordeel (ook) een bijdrage zijn om de werkdruk voor de organisatie te verlichten? Het college acht een proactievere benadering noodzakelijk ten aanzien van regionale vraagstukken. Onderschrijft u deze stelling? Kunt in stemmen met het voornemen om bij de begroting budget te vragen om de nu tijdelijk beschikbare extra capaciteit voor inkoop en aanbesteding in elk geval voor 2022 te handhaven?

Kader 4: Op 4 maart 2021 heeft uw raad besloten om bij de kadernota (kaderbrief) het voornemen te betrekken om vanaf 2022 jaarlijks cumulatief € 20.000 extra te reserveren, zodat in de periode tot 2031 een investeringsruimte van € 10 miljoen ontstaat. Hiermee kunnen een aantal grote renovatieprojecten in de komende jaren worden uitgevoerd. Stemt u ermee in om dit voornemen te effectueren in de begroting 2022-2025?

Kader 5: Kunt u instemmen met de door het college geformuleerde uitgangspunten voor de uitwerking van de kaders in de programmabegroting 2022-2025? Kunt u instemmen met de door het college geformuleerde financiële uitgangspunten voor het opstellen van de programmabegroting 2022-2025?