Opiniërende Raadsbijeenkomst

Om tot besluitvorming te komen over het bestemmingsplan Dr. De Voslaan nabij nrs. 4, 6 en 8 zijn er in januari en maart 2016 besloten opiniërende raadsvergaderingen gehouden waarvan afzonderlijke verslagen gemaakt zijn.

In november 2018 heeft het college van B en W een WOB-verzoek ontvangen om diverse documenten met betrekking tot deze casus openbaar te maken. Begin 2019 heeft het college van B en W besloten een deel van de opgevraagde stukken te verstrekken en een deel niet, waaronder de notulen van de niet-openbare vergaderingen op 28 januari 2016 en 24 maart 2016. Tegen deze beslissing van het college van B en W heeft de indiener van het WOB-verzoek bezwaar gemaakt en beroep aangetekend. De Raad van State oordeelt het beroep van de indiener gegrond omdat niet het college maar de gemeenteraad gaat over het openbaar maken van notulen van gemeenteraadsvergaderingen.

In het verleden kon de gemeenteraad na afloop van de vergadering niet alsnog besluiten om notulen openbaar te maken. Hieruit volgde dus dat er maar één optie was; verzoek tot openbaarmaking van notulen moest per definitie worden geweigerd. Inmiddels heeft de Raad van State geanticipeerd op een wetsvoorstel dat door de regering ingediend is en besloten dat de gemeenteraad toch later een besluit kan nemen over openbaarmaking van de notulen van een vergadering met gesloten deuren. De gemeenteraad moet binnen 8 weken een nieuwe beslissing op het bezwaar nemen.

Het college adviseert de gemeenteraad de notulen van 28 januari 2016 en 24 maart 2016 niet openbaar te maken omdat ‘de belangen van de destijds bij de besloten raadsvergadering aanwezige raadsleden wegen ook op dit latere tijdstip en in de actuele situatie zwaarder dan het belang van openbaarmaking van de notulen. De raadsvergaderingen hebben achter gesloten deuren plaatsgevonden, zodat de betrokken raadsleden en wethouder vrijuit konden spreken en hun gedachten en opvattingen naar voren konden brengen en daarmee een vrije, openhartige en onbelemmerde communicatie werd gefaciliteerd. Dit komt de kwaliteit van de democratische besluitvorming van de gemeenteraad ten goede.
Bij het voorgaande betrekken wij ook dat de raadsleden op basis van de destijds geldende wetgeving en rechtspraak ervan uit mochten gaan dat de notulen - nu daarover staande de vergadering niet anders was beslist – nooit openbaar zouden kunnen worden. De raadsleden waren er logischerwijs niet op bedacht dat de wetgeving en rechtspraak later zou wijzigen. Ook betrekken wij hierbij dat de besluitvorming waarover de notulen gaan inmiddels onherroepelijk is’.

Op 23 september 2021 wordt de raad onder andere voorgesteld om het verzoek tot openbaarmaking van de notulen op grond van art. 23 lid 4 Gemeentewet af te wijzen.

De raad heeft een bezwaarschrift ontvangen op het raadsbesluit van 4 februari 2021 om het voorkeursrecht te vestigen op een perceel grond gelegen tussen de Meent, Koninginnelaan en Regentesselaan. Dit bezwaar is behandeld in de commissie bezwaarschriften.

De commissie adviseert de bezwaarmaker niet-ontvankelijk te verklaren omdat de belangen van de bezwaarmaker, anders dan die van de grondeigenaren, niet geraakt worden door het besluit. Het besluit heeft voor de bezwaarmaker als huurder van een gedeelte van het perceel geen enkel (rechts)gevolg.

De raad wordt daarom op 23 september 2021 voorgesteld om de bezwaarmaker als niet-ontvankelijk aan te merken.

De gemeente Soest werkt in het kader van jeugdbeleid op onderdelen regionaal samen. Het gaat dan om beleid, de regelgeving en de inkoop van jeugdhulp. Gesteld wordt dat hoe specialistischer de ondersteuningsvraag is, hoe belangrijker het is om samen te werken om deze hulp goed te kunnen organiseren en te kunnen blijven garanderen.
De regiovisie jeugdhulp gaat over de wijze waarop we (boven)regionaal Samen Werken aan een sterke specialistische jeugdhulp, welke doelen we daarbij voor ogen hebben en hoe we deze hulp organiseren en betaalbaar houden.

De regiovisie vormt het kader voor de regionale samenwerking in de specialistische jeugdhulp voor de komende vijf jaar en is daarmee een belangrijke onderlegger voor o.a. de regionale inkoop. Met het vaststellen van de regiovisie zijn er geen directe financiële consequenties.

De raad wordt op 23 september 2021 voorgesteld deze regiovisie op de specialistische jeugdzorg vast te stellen.

De Regiovisie samen in de wijk gaat over de doorontwikkeling van ondersteuning met noodzakelijk verblijf in de regio Amersfoort: een visie op ondersteuning aan inwoners die 24/7 beschikbaarheid en bereikbaarheid van zorg nodig hebben. De regiovisie bouwt voort op het beleidskader Moed Moet (2017) en de principeafspraken (2020) over de samenwerking na de doordecentralisatie van beschermd wonen. Deze regiovisie is een visie op hoofdlijnen, die de komende vijf jaar (2022 t/m december 2026).

Uitgangspunt van de visie is om de ondersteuning van inwoners zoveel mogelijk in de eigen wijk te organiseren zodat het aanwezige sociaal netwerk behouden blijft. Als verblijf elders noodzakelijk is om ondersteuning te kunnen bieden, is het de bedoeling die tijdelijke woonplekken zoveel mogelijk in (de buurt van) de eigen omgeving te organiseren. Hiervoor moet ook de wijk ondersteund worden. Ingezet wordt op destigmatisering en inclusiviteit. Er wordt geïnvesteerd in het creëren van begrip en het nuanceren van beeldvorming. De ondersteuning is niet alleen gericht op de cliënt, maar ook op het netwerk waar mensen een (groot) beroep op doen. En er wordt geïnvesteerd in de noodzakelijke sociale basisinfrastructuur.

De regiovisie vormt het kader voor de verdere uitvoering, zoals in de regionale inkoop 2023. Om te kunnen transformeren kiezen gemeenten ervoor via de inkoop het zorglandschap te vereenvoudigen en samen te werken met een beperkt aantal aanbieders. Met het vaststellen van de regiovisie zijn er geen directe financiële consequenties.

De raad wordt op 23 september 2021 voorgesteld de regiovisie ‘samen in de wijk’ vast te stellen.

De Werkgeverscommissie voert de taken en bevoegdheden van de gemeenteraad als werkgever van de medewerkers van de griffie uit. Door het vertrek van raadslid de heer E. de Wilde is een vacature ontstaan in de Werkgeverscommissie.

Op 23 september 2021 wordt de raad voorgesteld om de heer P.A. van der Torre te benoemen als lid van de Werkgeverscommissie voor de resterende tijd van de raadsperiode 2018-2022.